Michiel van der Vlist, PA0MMV

Hemelvaart

Voor sommige mensen zal Hemelvaart een religieuze betekenis hebben. Maar er zijn er ook die de er bij behorende vrije dagen zien als het begin van het vakantieseizoen. Met één snipperdag heb je een lang weekend van vier dagen en dan loont het om de caravan uit de stalling te halen en er op uit te trekken. En dat gebeurt dan ook. Op Woensdag voor Hemelvaart aan het eind van de middag en het begin van de avond zie je ze weer: de volgeladen sleurhutten op weg naar een camping ergens in het land. En niet alleen sleurhutten, ook voor de motorclubs is het weer kaasje. Tenminste als het weer een beetje redelijk is en eigenlijk was het weer nog best redelijk. Vergeleken met de zeven weken durende droogteperiode die we net achter de rug hebben niet natuurlijk, maar alles is relatief. Een paar druppels regen houden de echte liefhebber niet van de weg.

En dan zijn er evenementen. Rommelmarkten, braderieën, open dagen, noem het maar op. Wie wat wil kan altijd wel ergens terecht. En ook dat geeft weer extra verkeer. Dus was het weer gezellig druk op de weg. Maar niet zo druk dat het stil ging staan gelukkig. Ondergetekende droeg ook zijn steentje bij. En wel in dubbele hoedanigheid. Als verplaatser van een sleurhut en als deelnemer aan een evenement. Dat evenement begon eigenlijk als op de vrijdag voor de week van Hemelvaart. Wie dan op de weg van Arnhem naar Zutphen rijdt kan allerlei vreemde voertuigen waarnemen die enige gelijkenis met een stekelvarken vertonen. Ze gaan allemaal op hetzelfde doel af: een camping aan de rand van de Veluwe. Daar aangekomen worden er als de huisjes betrokken zijn, de tentjes en de caravans opgesteld zijn, er nog veel meer stekels opgezet. Ook worden er draden gespannen die voor waslijnen zouden kunnen doorgaan, ware het niet dat ze bij voorkeur zo hoog mogelijk uitgespannen worden. Liefst op boomtophoogte en de bomen daar zijn hoog. En ook al lukt het om slechts halverwege de boomtoppen te komen, dan nog is het veel te hoog om handig te zijn voor de was.

Het zijn beoefenaars van een in deze tijd van wereldomspannende vrijwel moeiteloze communicatie, wat archaïsche hobby. Het zijn zendamateurs. Mensen die voor hun lol zenders bouwen en daarmee verbindingen leggen met elkaar. Soms met iemand naast de deur en soms met iemand aan de andere kant van de wereld.

En natuurlijk doen ze dan meer dan alleen maar met elkaar praten via de radio. Dat kunnen ze thuis ook wel. Nee het gaat er uiteraard voornamelijk om om elkaar weer eens in levende lijve te zien en samen dingen te doen die niet via de aether kunnen. Zo is er op Hemelvaartsdag een grote radiomarkt waar liefhebbers die op zoek zijn naar onderdelen van heinde en verre naar toe komen. En er zijn de hele week door zogenaamde vossenjachten. De dierenliefhebbers onder ons kunnen gerust zijn, er komen geen viervoeters aan te pas. Het gaat om het opsporen van verborgen zendertjes. Kleine zendertjes die ergens in het bos of in het weiland verstopt worden en wie er in de kortste tijd de meeste weet te vinden, die is de winnaar. Goed voor de conditie en dat kunnen de meestal toch wat kalende knarren of grijzende vijftigplusser best gebruiken. Want het is een hobby die zoals zo veel ander hobby’s lijdt aan vergrijzing. Voor de jeugd heeft de magie van kunnen spreken met iemand aan de andere kant van de wereld niet zo veel aantrekkingskracht meer. Hij hoeft immers zijn GSMetje maar te trekken om die prestatie te evenaren. Toch is het zendamateurisme ondanks die vergrijzing nog lang niet dood en dat blijkt in de week rond Hemelvaart maar weer eens op dat radiokamp.

Vandaag was het weer uit met de pret. Terug naar huis over de A12. Net voorbij de boommarteroversteekplaats, iets meer dan een kilometer voor de afslag Driebergen begon het te stropen. De borden op de portalen floepten aan. Eerst 70 en even verderop 50. En gelijk barstte de bui los. Met de ruitenwissers op de hoogste stand sukkelden we de laatste paar honderd meter tot de thuishaven. Ik heb al vast weer gereserveerd voor volgend jaar.

Michiel van der Vlist,  20 mei 2007


Vakantiespitstax  Allereerst wil ik pleiten voor een vakantiespitstax als alternatief voor het veel besproken rekening rijden. Het is toch wel overduidelijk dat niet het gewone woon-werk verkeer voor vreselijke files zorgt maar slecht weer en vakantieverkeer. Dus tijdens een gewone werkdag op pad met de sleurhut? Dan wordt dat betalen! Met de Pinksteren in aantocht zal er vast wel weer een radiokamp zijn en allerlei andere, al dan niet archaïsche evenementen, ik kan nu al een memorabele pinkstervrijdagavondspits voorspellen.   Naar aanleiding van de column pleit ik er verder voor om zendamateurs als uitstervend ras extra te koesteren. Even om misverstanden te voorkomen, zendamateurs zijn geen mannen die op een zolderkamertje plaatjes draaien maar technisch onderlegde hobbyisten die een overheidsexamen afleggen en een officiële vergunning hebben om met eigen zenders en antennes verbindingen te maken met andere amateurs, waar ook ter wereld.   Vroeger had de zendamateur een gerespecteerde hobby en was het afgelegde examen een waarborg voor het vinden van en goede baan. Vroeger, toen iedereen nog een harkje op het dak had voor de TV, kon je de zendamateurs onderscheiden aan de hand van de imposante antennes.   Tegenwoordig heeft iedereen kabel en worden imposante antennes lelijk gevonden. Tegenwoordig kun je toch ook met internet of met de telefoon contacten leggen met anderen over de hele wereld? Maar internet en de mobiele telefoon zijn volstrekt commerciele diensten, waarbij het opwaarderen van het belsaldo van de mobiele telefoon of upgraden van de software toch niet echt een technische uitdaging kan worden genoemd.   Ook op onze Heuvelrug zijn nog tientallen zendamateurs actief. Zij beheersen nog de edele kunst om  direct contact te leggen met andere amateurs, waar ook ter wereld, zonder tussenkomst van allerlei commeriele diensten. Bij grootschalige ellende zijn internet en de telefoon vaak niet betrouwbaar, niet voor niets levert in veel landen de zendamateur een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van communicatie, destijds in het gebied dat was getroffen door de orkaan Katrina bijvoorbeeld.   Op onze Heuvelrug kunnen zendamateurs in de toekomst misschien wel goede diensten bewijzen als we hier nog droge voeten hebben bij de zeespiegelstijding. (die weer mede wordt veroorzaakt door de broeikasgassen als gevolg van het vakantieverkeer).
Ik stel daarom voor om de zendamateurs vrij te stellen van de vakantiespitstax bij het bezoeken van een radiokamp. Het leuke van deze maatregel is dat iedereen met een beetje inspanning zendamateur kan worden waardoor er weer meer zendamateurs zijn en de kosten voor de vakantiespits kunnen worden beperkt.

Arjan Muil, 21-5-2007


Arjan, over die vakantiespitstax heb ik wel een paar bedenkingen, maar het voorstel om zendamateurs als uitstervend ras te koesteren kan ik helemaal in meegaan. Leuk dat er nog mensen zijn aan wie het verschil tussen plaatjesdraaiers en zendamateurs niet uitgelegd hoeft te worden. Dank voor je commentaar.

Michiel van der Vlist, 22 mei 2007


Hallo Michiel,
Ik was ook een van die malloten die deze radiomarkt bezocht. Inderdaad: deze hobby lijkt een beetje achterhaald. Zelf beoefen ik graag de oudste vorm van radiocommunicatie: telegrafie. Helemaal achterhaald in dit tijdperk van wereldwijde breedbandinternet: volkomen mee eens.
Toch voel ik me daarbij erg gelukkig en met mij gelukkig vele anderen. Zelf jongeren uit het GSM tijdperk ontmoet ik daar.
Ik vraag me toch echt af wat die jongeren bezielen. Ja, wij oude knarren, moesten dat vroeger wel leren. Maar waarom deze jonge mensen? Misschien omdat ze het gewoon leuk vinden?
Natuurlijk is het plezierig aapjes kijken. Kan overigens erg gevaarlijk worden, kijk maar naar Blijdorp. Want ik geloof helemaal niet dat die mensen komen voor al die spullen die op die markten worden aangeboden. Via internet zijn die spullen vaak veel goedkoper te krijgen.
Nee: men kijkt naar al die andere malloten die ook naar de markten komen.  En ondertussen koopt deze of gene ook soms wat op een van die radio- of rommelmarkten: anders komen de verkopers niet meer en is het afgelopen met het aapjes kijken.
Als men dan genoeg heeft verzameld, richt men zelf een kraam in en is daarna weer van de rommel af. Zo is de cirkel weer rond.

Johan Schepers, 8 juni 2007


Terug naar overzicht columns

Stuur mij een e-mail

Join the family of FON Unicode site Valid HTML 4.0 Transitional Valid CSS

Home page English Home page English
Home page Nederlands Home page Nederlands

Laatst bijgewerkt 13 augustus 2008.
Deze website gebruikt unicode (utf-8)
© 2005-2008, Michiel van der Vlist

Kwfs